MX World

18/12/2020 18:44 - geplaatst door Stingray

Hotel Van der Valk in Zuidbroek. Ik denk in 2016. Zondagochtend, in een matig bezette ontbijtzaal. Ik was er om te werken bij de Dutch Supercross. Allemaal crossvolk met dienbladen vol appelsiensap, croissants en spek & eieren. Veel fruit ook en zuivel. Ik koos een vrije tafel, ik was maar alleen, want mijn vrouw verbleef in een Landal park in Nooitgedacht. Het nuttige hadden we aan het aangename gekoppeld. Al een paar jarenoverigens. Naast mij een gezin. Belgen, dat hoorde ik meteen. Omdat ze mij herkend hadden begon ik een babbeltje te slaan. Mensen uit de 'Vlaanders', helemaal naar Zuidbroek gekomen voor de Supercross. Een van de weinige Belgen.

Bij het gesprek liet de jonge crosser weten dat het dodelijk vermoeiend was, zo'n supercross. "Na twee ronden zit ik zonder lucht," vertelde hij. Ik glimlachte. Dacht aan mijn eigen ervaringen op de crossmotor. En ik tipte hem. Een tip die ik kreeg van een veelvoudig Belgisch en Europees zijspankampioen. De tip is goed, kan iedereen toepassen. Maar ik vroeg me kwansuis af of zo'n jonge gast er echt iets mee ging doen. Ik volgde hem die dag. Zag hem zijn kwaificatie winnen en tweede worden in de Finale. Bij de huldiging zegde hij: "Ik heb gedaan wat je vertelde, en je ziet het heeft geholpen."

Ik verloor hem wat uit het oog.... tot ik het nieuws hoorde. Enfin, leest U het maar zelf onder Thor.



1 oktober 2017 - Ik werd wakker en voelde mij heel goed. Ik zei nog tegen mijn papa: “Vandaag gaat het goed gaan, ik voel mij echt in vorm.”  Op het ciruict lagen er 2 bergen dicht op elkaar kort, na een bocht waar ik en papa al een kijkje gingen nemen voor ik de training moest rijden. Volgens mijn papa was het niet haalbaar om dubbel te springen. Volgens mij was het dan wel weer haalbaar. Ik was er zeker van dus ik zei: “Je zal straks wel zien dat het haalbaar is.” Waarop hij antwoordde: "Wees maar voorzichtig”.

Kort nadien start de training en verken ik in de eerste ronde het circuit. Ik sprong direct makkelijk tegen de 2de berg aan. Ik voelde dat ik de ronde nadien kon proberen dubbel te springen. Ik voelde dat ik een goeie dag ging hebben. Het rijden ging makkelijk, soepel, ik speelde precies meer met de moto dan andere dagen. Dus voelde ik mij ook goed om de dubbel te springen, wat ik de 2de ronde ook direct deed. Het was nipt, maar het lukte. Ik zette in de training ook een 3de snelste tijd van alle piloten van de dag. Ik zat ook nog niet echt lang op de 250, ik voelde het elk weekend verbeteren. Dus ik keek enorm uit naar de reeksen.

Ik ging nog snel rond het circuit tussen de training en eerste reeks om te kijken hoe het circuit lag. Er begonnen op sommige plaatsen al redelijk diepe putten te komen. Ik had niks liever, ik reed graag in het losse, diepe zand. Kort nadien maakte ik mij klaar voor de 1ste reeks. Een heel goed gevoel had ik erbij, ik samen met mijn papa en Christophe. We waren nog wat aan het praten over de dubbel sprong. Ze dachten dat het niet meer haalbaar ging zijn omdat de bocht dat kort voor de berg lag al redelijk zwaar lag. Ze zeiden meerderen keren om er voorzichtig op te zijn.

Na een aantal minuten mochten we starten dus dronk ik nog snel een slok water en gaf ik nog een boks aan mijn pa en Christophe en ging ik naar het starthekken. In de start was ik rond de 14de plaats mee en kwam na een aantal bochten al naar plaats 9. Op een lang recht stuk zaten we op hoge snelheid waar een kleine s-bocht op volgde. Twee andere piloten voor mij zaten in strijd voor plaats 7 en 8. Ze namen allebei de buitenbocht dus ik wou aanvallen via de binnenbocht. En toen gebeurde hetgeen dat niemand ooit zou verwacht hebben. De moto sloeg dwars en ik ging overkop.

Toen ik op de grond terecht kwam had ik een zwart beeld. Een aantal minuten nadien wordt ik wakker in een totaal ander lichaam. Toen ik mijn ogen open deed gaf ik een schreeuw van de pijn, ik voelde direct dat mijn rug gebroken was. Mijn benen tintelden gigantisch hard en ik merkte snel dat ik ze niet meer voelde als ik erover wreef. Ik merkte direct dat er geen beweging meer in zat. Tijdens het wachten op de ambulance kreeg ik ook een enorme brandende pijn in mijn longen en borstkast. Hoe langer ik daar liga, des te minder goed ik kon ademen. Ik dacht op een gegeven moment dat ik een inwendige bloeding had en dat ik aan het sterven was. Ik voelde mijzelf afzwakken. Wel 100 keer zei ik tegen mijn mama: “Ik zie jullie graag onthou dat”. Na een lange tijd wachten kwam de ambulance eindelijk toe.. de MUG-helikopter was al in dienst dus die kon niet komen.

Toen ik in de ambulance gelegd werd hadden ze mij al een goeie verdoving gegeven waardoor de pijn al een heel stuk minder was. Maar toch elk klein putje dat we door reden was een messteek. De weg naar het ziekenhuis duurde een eeuw. Toen we in het ziekenhuis toekwamen kwam er direct een hele ploeg rondom mij om het nodige te doen. Voordat ik onder de foto’s ging werden mijn ouders al op de hoogte gebracht dat ik mijn rug waarschijnlijk wel gebroken zal hebben. Wat bleek na de foto’s. Vijf gebroken wervels, waarvan er één tussen uit geschoven en een stuk verbrijzeld was.

Een operatie zou normaal meteen moeten gebeuren. Maar de zwelling rond de breuk was te groot om de operatie te laten doorgaan, dus werd ik naar intensieve zorgen gebracht. Daar vroeg ik voor mijn ouders en trainer te zien. Die mochten dan ook efkes langskomen. Het lastige was dat ze met tranen binnengelopen kwamen, tot ik vroeg: “Hoe is het met mijn moto?” Waarop mijn papa antwoordde: “Dat is het minste van mijn zorgen, dat is materiaal, dat is vervangbaar, jij niet.” Waarop ik dan antwoordde: “Je bent mooier als je lacht......”.

Dan kwam Brik (mijn trainer) bij mij. Hij was niet op de cross toen ik viel, maar hij was snel door iemand op de hoogte gebracht van de val. Ik had naar Brik gevraagd maar nooit verwacht dat hij bij mij op intensieve zorgen mocht binnenkomen. We hadden de woensdag voor mijn val nog samen getraind en nadien hadden we elkaar niet meer gezien. Tot het moment dat hij door de deur kwam van mijn kamer in het ziekenhuis. We wilden elkaar vastpakken maar ik mocht en kon ook totaal niet bewegen. De miste beweging ik maakte had ik een pijn steek. Allebei met tranen in ons ogen wisten konden we de eerste minuten weinig zeggen. Brik zag ook direct dat het niet goed was. Maar na al ons harde werk en veel trainen zijn we toch blij met wat we bereikt hebben. We waren nog niet waar we naartoe streefden maar we waren de goeie weg aan het opgaan.

Vier dagen na mijn val werd ik dan geopereerd. Er werden 7 wervels vastgezet. Elke dag mocht ik een aantal graden van de rugleuning van mijn ziekenhuis bed rechter zetten. Vanaf dat ik volledig recht kon zitten wou ik ook snel in een rolstoel, wat ook gebeurde. In het revalidatiecentrum waren er nog geen plaatsen vrij. Ik moest wachten in het ziekenhuis waar ik dan vroeg aan de ergotherapeut om al dingen aan te leren. Ik kon al vrij snel zelfstandig in en uit het bed en de rolstoel. Ook kon ik mij snel zelfstandig wassen en aankleden. Het lijkt allemaal makkelijker dan dat het is. Benen die niet meewerken, buikspieren die niet meewerken. Enkel armen die wel nog meewerken.

Het is alles opnieuw leren op een totaal andere manier.

Kleren aandoen, groot en klein toilet, leren leven met enkel armen. Douchen, u zelf als je uit de rolstoel valt er terug proberen in geraken,... enz.
Het is een hele weg dat afgelegd moet worden, waar je een keuze in hebt. Je gaat er tegen 120 km/u door of je gaat er tegen 30km/u door. Maar je moet er sowieso door dus besloot ik om er zo snel mogelijk door te gaan zodat ik zo snel mogelijk ‘normaal’ kon leven. Terug alle oude en dagelijkse gewoontes opnemen. Ook al is het nooit zoals het geweest is. Je mist sowieso wel iets en dat doet pijn maar je moet verder. Er staat nog een heel leven in de toekomst. Ondanks de val denk je dan wel van hoe jong of oud je ook bent, je moet van het leven genieten. Je weet nooit wat er gebeurt, er kan van alles gebeuren. Dus wees trots op wie je bent, zorg ervoor dat je zoveel mogelijk leuke herinneringen maakt en geniet! Doe wat je graag doet.

En na de weg die ik afgelegd heb geef ik toe dat ik trots ben. Ik zeg dat het altijd beter kan. Maar als ik zie waar ik nu sta, wat ik nu al gedaan heb vanaf ik in de rolstoel zit. Maar nog steeds blijft crossen bij mij er in. Verlamd of niet. Ik zal altijd naar de crossmotor grijpen. Want dat is mijn leven. Denk er aan: "Je bent mooier als je lacht.” En motorcross is mijn lach......

Ian.