MX World

12/06/2015 13:15 - geplaatst door Marcel Dirks

Ik mag onze Hongaarse stand-in geen Bohemiènne meer noemen. In Hongarije zou dat een scheldwoord zijn. Whatever, ze interviewde David Philippaerts en dat vertalen we graag. En dat net voor Maggiora

MGT: Hoe gaat het met u dit seizoen? DP: Het gaat goed met mij, dank U, maar ik ben niet gelukkig met de gang van zaken. Mijn rangschikking in het WK is niet wat ze behoort te zijn. Voor het seizoen won ik een race in Italië. Ik dacht dat ik ook snel in de GP’s zou zijn. Maar de eerste wedstrijden lukten niet zo goed. In een GP brak ik mijnmotor en het niveau is zo hoog dat het erg moeilijk is om voorin te blijven. Dus, ik voel me goed, maar ben niet tevreden. MGT: Je hebt je eigen team. Waarom deed je dit en hoe voelt het om je eigen baas te zijn. DP: Eigenlijk is er weinig verschil met een fabrieksteam. Behalve dat ik alle beslissingen neem. Dat is goed voor me. Ik kan de motor aanpassen zoals ik dat wil, ik beslis waar ik ga racen. Het is allemaal een stuk gemakkelijker. MGT: Is het niet moeilijk om tegelijkertijd te racen en een team te runnen? DP: Soms kom ik in tijdsgebrek. Andrea gaat soms de  baan voor mij verkennen als ik geen tijd heb. Mijn mekanieker gaat dan mee  en die kennen er echt wel iets van. Achteraf overleggen we samen en beslissen we wat we gaan doen. Voor het seizoen is het moeilijker. Trainen, sponsors, supporters, fysieke training, het neemt veel tijd in beslag. Er zijn jammer genoeg maar 24 uren in een dag. Tijdens het seizoen is het allemaal wat beter te beheersen. MGT: Je noemt Andrea Zanotti. Waarom koos je hem je opvolger? DP: Ik nam hem al langer geleden onder contract. Bij mij persoonlijk, niet voor het team. Deze gast is een groot mens. Ik wil hem  helpen om een hoger niveau te bereiken. Ik bij zijn manager en zijn trainer. Ik wil dat hij verbetert.. In Italië kom je niet zo gauw aan de bak als jonge rijder. Daarom begeleidt ik hem en hij gaat een hoog niveau bereiken. Je kan het vergelijken met wat wijlen Georges Jobé voor mij deed. Wij werkten meer dan anderhalf jaar nauw samen. Ik doe hetzelfde voor Andrea. Ik wil hem in de goede richting sturen. MGT: Heb je er al over gedacht om met racen te stoppen? Geloof je nog voldoende in jezelf om de top te halen? DP: Oh, ik wil nog rijden zolang het fysiek goed gaat. Misschien nog 2 – 3 jaar. Met mijn huidige gezondheid denk ik er niet over om te stoppen. Maar het leven zit vol verassingen en je weet niet wat boven je hoofd hang. In deze sport kan er van alles met je gebeuren. Het hangt natuurlijk ook af van het team.  Als er geen budget meer is voor een heel seizoen, begin ik er niet meer aan. Fysiek ben ik sterker als ooit tevoren. MGT: Je zit al een tijdje in het wereldje. Je hebt ervaring op KTM en Yamaha. Op welk seizoen ben je het meeste trots? DP: Zonder twijfel, dat is het jaar dat ik wereldkampioen werd. MGT: Je bent de laatste Italiaanse wereldkampioen voordat Tony Caïroli aan zijn reeks begon. Wat denk je van Caïroli? DP: Klopt, ik was de laatste voor hem. Tony is echt heel sterk. Heeft een goede team een goede motor en de mentaliteit om te winnen. Het moet moeilijk voorhem zijn nu hij zelf problemen kende. Mocht hij de titel verliezen. Nu staat  tweede en lijkt op weg naar de titel. Ik hoop dat Desalle en Nagl hem proberen te verslaan. Maar Antonio opende dit jaar de deur, volgend jaar doet hij ze weer dicht. Hij geeft je één kans, geen twee. MGT: Wat stelt motorcross voor in Italië? Er zijn dit jaar liefst 3 GP’s, dus zo slecht kan het niet zijn. DP: Inderdaad het stelt best wat voor in Italië. Zeker met Antonio de afgelopen acht jaren. Ikzelf en Antonio, de TV-covering, het volk komt er op af. Ik ben er zeker van dat er een massa volk naar Maggiora zal komen. Kwa omlopen en logistiek is Italië de beste plaats. We hebben mooie banen die vlot te bereiken zijn, met luchthavens hotels in de buurt. Het kan ook best leuk zijn elders. In Frankrijk was de omloop mooi maar de paddock niet. In Italïe heb je van alles het beste. Het is vreemd. De laatste jaren wordt ik op straat meer aangesproken dan toen ik de titel had. Het is leuk, maakt deel uit van de job. Voorheen was motorcross niet zo bekend. Als je er nu over begint kennen ze er alles van, kennen ze de toppers. Het is een sterke sport. MGT: Hoe kan je ontspannen na de wedstrijden? DP: Ik relax eigenlijk weinig. Ik wil zoveel mogelijk gefocust blijven op de training. Thuis kom ik tot rust bij mijn familie en de hond. Ook een bergrit met de fiets is ontspannen. Vanaf januari tot en met september is er weinig tijd. Ik vindt het altijd moeilijk om weer op te starten na een vakantie. MGT: Door wie werd je geïnspireerd? DP: Naast Jobé vooral door mijn vader. Hij werkte heel  veel samen met mij. Ook Andrea Bartolini heeft me flink vooruit geholpen met allerlei zaken. MGT: Je rijdt al lang met nummer 19. Is daar een reden voor? DP: Het eerste jaar in de GP’s eindigde ik als negentiende. Het jaar daarop reed ik met dat nummer en ik werd vierde. Het nummer geeft me een goed gevoel. Andrea heeft hetzelfde nummer. Maar ik weet niet waarom. Wanneer ik hem vroeg welk nummer hij wilde zegde hij gewoon negentien. Volgens zijn familie had hij dat zelfs vooraf al aangegeven, dus ook voor hem de 19. Het is raar. Soms denk ik dat Andrea een beetje te veel naar mij luistert. Hij neemt het allemaal  snel aan. Soms hoop ik dat hij  me wat tegen spreekt. Hij is er vijftien, een tiener. Hij is een gemakkelijk persoon om mee te werken. Het hangt er allemaal van af waar je leeft, de mensen rond je heen. Vrienden kunnen vele van je hebben als het wat moeilijker gaat. De school is er ook om te helpen. Hij zit op het goede spoort. MGT: Als ik met jongeren praat, dan stel ik vast dat ze de oudere rijders niet meer kennen. Everts, Smets, Jobe. Deel je die mening. DP: Niet echt. Andrea bijvoorbeeld kent al deze mensen. Maar voor ons heeft het verleden een andere dimensie. Voor mij waren dat Jobé, Bervoets. Voor de gasten van nu is er Stefan Everts.