MX World

08/06/2015 12:22 - geplaatst door Marcel Dirks

Er gebeurde in Kester te veel om in één verslag te krijgen. Vandaar hernemen we de zondag. Niet zozeer voor het BK, maar voor het randgebeuren.

Op het circuit een mooie verzorgde expositietent, met oldtimers motoren over 50 jaar AMC De toekomst Dworp. Deze club heeft aandacht voor details. Ivan Vogeleer zal de fakkel van voorzitter René De Boeck over nemen. Ivan kennen we als official van de BMB en als sportvoorzitter van AMC De Toekomst Dworp. Daarnaast verjongt de club onder andere met Guy Dick. De aftredende voorzitter, na een alweer vlekkeloos geregisseerde Kestercross: “Ik ga na de huldiging naar de tent. Daar ga ik me een paar Duvels veroorloven. Maar mijn vrouw heeft gezegd dat we met twee auto’s hier zijn. Het zullen er dus helaas maar een paar zijn…….” Ronny Renders, 70 jaar jong. We bezochten hem dinsdag op een korte vakantie op zijn circuit in Santa Coloma de Farners, vlakbij de Costa Brava. Het stikt er in het voorseizoen van de Belgen. Ronny zelf woont in San Feliu de Guixols.  Blijft crosser in hart en nieren. Vertrok vrijdag met de pickup, met daarop de BSA en de zijspan. Reed zondag vier reeksen in Kester, en sloeg daarna de weg in naar Spanje. Oud? Een relatief begrip voor sommigen. De markantste uitspraak kwam van Jaak van Velthoven, toen hij zich presenteerde in de Ovi shirt. “Mijn eerste grote sponsor was vleeswaren fabrikant Pluma. Toen die stopte bood Ovi zich aan. De worstenmannen zullen het voor mij gehad hebben zeker.” We horen het ons groot voorbeeld Jos Vanluydt nog zeggen: “Ovi snacks, de koning der vleessnacks. Wat Ovi maakt, dat smaakt!”. Helaas, en dit is strikt persoonlijk, de slogan klonk leuk, de smaak niet echt. Dirk Geukens: “Ik rij hier met het shirt van Shoekonfex. Dat waren mijn beste jaren met straffe stoten in de GP’s en Belgische titels. De slagzin was op het foldertje: “Staf Zegt!”. Maar het bedrijf bestaat ondertussen niet meer en ook Staf is overleden. Hij zegt dus niks meer Werner Dewit tegen Fred De Cocq: “Ze zeggen dat ik een playboy was. Maar dat is zwaar overdreven. Afijn, het meeste toch.” “De mooiste jaren en feiten waren toch iedere keer weer de selectie voor een GP. Vaak kwamen er tot zestig piloten op dagen. Op zaterdag moest je al een GP rijden om je te kwalificeren.”: dixit Peter Nys, die ondertussen aan belettering doet. Jo Martens: “Ik heb een truitje aan van Kenneth. In de mijne heeft de mot huis gehouden.” Martens won enkele GP’s in de 250 cc. Jacky Martens op de vraag van Stingray of er na de wedstrijden nog sex zou zijn:”Dat denk ik wel, daar ben ik zeker van.” We zullen het navragen, wordt vervolgd. Ex-wereldbekerwinnaar veteranen Peter Iven: “Crossen lukt niet meer. Te veel pijn in al mijn knoken.” Peter houdt zich bij VLM bezig met de jongeren. Blijft dezelfde gemoedelijke Limburger. Julien De Roover: “De wieg van de Vlaamse motorcross was onze regio, zeker voor de brommers van toen. Of ik persoonlijk een snelle oldtimer CZ kan maken? Alle CZ motoren zijn goed!” Zijn broer Gilbert dan: “Ik mocht met geen CZ rijden van mijn broer. Daarom heb ik heel mijn carrière op wat exotisch materiaal gereden, meestal Italiaans. Ja, ik reed ooit op de groene Gori. Misschien had ik me toch beter een CZ aangeschaft, achteraf bezien.” Honda manager Davy Dousselaere: “Het zal zeker niet aan de motor liggen (Bobryshev). Ik ben allang blij als ik kan uitrijden. Mag ik wijzen op het succes van de EMX150?” Zijspanpiloot Jan Bakens (vader van Robin): “Ik schenk het shirt waarmee ik mijn GP in Lierop won aan René De Boeck. Met mottengaten inbegrepen.” Fred De Cocq en Ronny Renders. Fred: “Ronny en ik zaten samen bij het leger.” Ronny: “Ons land was goed verdedigd. Toen toch!” André Vromans, vice-wereldkampioen 1982: “De enkele keer dat ik naar de cross ga, is vast en zeker Kester. Ik heb nu andere hobby’s. Ik ga veel fietsen en in de winter op jacht. De beruchte  cross in Luxemburg 1982? Ik blijf bij mijn standpunt!” Nog een vice-wereldkampioen, namelijk Marnicq Bervoets: “Ik rij nooit meer. Doet overal pijn ook. Maar mijn zoontje is aan het verkennen. Die laat ik rustig betijen.” Johan Boonen (won de GP op de citadel): “Crossen doe ik niet meer, maar ik zit veel op de motor. Competitie zoek ik in de strandcrossen.” Voor mij persoonlijk een van de meeste diepgaande ogenblikken, was het gesprek met Jean-Claude Lacquaye. Jean-Claude was een vrij goed 250cc-rijder. Na het ongeval van zijn boezemvriend André Malherbe werd de relatie nog hechter. Jean-Claude werd zowaar het verlengstuk van alles wat de verlamde André niet kon. En die kan momenteel enkel zijn hoofd gebruiken. Lacquaye staat zijn vriend dag en nacht bij. “André zou normaal gezien zeker hier zijn geweest. We hebben gisteren nog gedineerd. Na afloop zegde hij dat hij zich niet zo goed voelde. Hij laat zich hier verontschuldigen.” Malherbe vergeten we nooit. Hij was de meest elegante wereldkampioen ooit. Maar Jean-Claude, daar hebben wij diep respect voor. Om stil van te worden in deze harde, jachtige maatschappij.