MX World

10/05/2014 10:11 - geplaatst door Marcel Dirks

De media hebben het meestal over de vedetten in de sport. De mannen/vrouwen die in de kijker staan. Maar achter elke motorcrosser staan enkele mensen die de atleet in staat stellen om te schitteren. Zonder hen geen motorcross op topniveau. Wij ontvingen een Engels interview met Marc Ver Paelen, de mekanieker van Clément Desalle. Niet gestolen of gekopieerd dus, maar een persbericht zoals zo veel op de redactie hier. Wij vonden het de moeite om Marc in het Vlaams te laten spreken. Een diepgaand interview met verrassende uitspraken. Thorren maar…..  

In Talaveira de la Reina wordt er dit weekeinde gebikkeld om de wereldtitel in de MXGP. De Rockstar Energy Suzuki piloot Clément Desalle zal samen met zijn teamgenoot Kevin Strijbos trachten om de fabrieks RM-Z450 S op het podium te piloteren. We spraken in de aanhef over de achterban. Een van de sleutelfiguren achter het succes van Suzuki en zijn rijders is Marc Ver Paelen. Marc werkt ondertussen zeven jaar voor Suzuki en begeleidde daarbij twee van de grootste talenten in de moderne motorcross: Ken Roczen en Clément Desalle. De Mollenaar zat al eerder in het topsegment. Hij sleutelde voor Joël Smets toen die voor Husaberg reed. Daarna werd het allemaal geel. De rustige manier van werken en het zachtaardige karakter maakt van hem de geschikte figuur. Hoe begon het Suzuki verhaal? Ver Paelen:” Ik ben zelf ook crosser geweest. Ik had eerst een eigen klein team in België, en ik werkte bij een motorhandel. Maar ik wilde erg graag naar het GP-wereldje. In 2001 verloor ik mijn vrouw en ik had een dochter dus stopte ik in de motocross. In 2007 knapte ik wel eens af en toe wat klusjes op voor Jacky Martens’ KTM team, tot ik gebeld werd door Sylvain Geboers. Dat is de baas van Geboers Racing Promotions, zeg maar het fabrieksteam van Suzuki. Die vroeg me om voor hem te komen werken. Ik moest een keuze maken. Ik was bijna rond met Jacky, maar het voorstel van Sylvain klonk aantrekkelijk. Ik ging naar Suzuki, om te werken voor Mavin Van Daele. Die liep tegen klierkoorts aan en zou dat jaar niet rijden. Ik bleef in dienst van het team, maar eigenlijk zonder rijder. Ik werd de trainingsmekanieker voor Ken De Dycker en Steve Ramon. Aan het einde van het seizoen kwam Ken Roczen naar Suzuki. Ik begon met hem te werken op veertienjarige leeftijd. We gingen naar de GP’s met hem… en da ging steeds beter.” Als je nu naar Roczen terugblikt, kon je je toen al voorstellen tot wat hij in staat was? Ver Paelen:”Jawel hoor. Roczen is een speciale. Hij is helemaal gefocust op wat hij wil doen. Dat mag kosten wat kost, maar hij gaat er voor.” Het seizoen 2009 was speciaal?
  Ver Paelen: “Ken mocht de eerste GP’s niet rijden omdat hij te jong was. Juist voor Portugal won hij nog een EK-wedstrijd in Faro. We reden door naar Agueda. Hij was zo nerveus dat hij niets anders deed dan vallen op zaterdag. Ook zondag was dat nog niet over. Hij viel maar werd nog zeventiende. In de tweede reeks werd hij prompt vierde. Dat schepte verwachtingen, en een week later won hij ei zo na de GP van Spanje.” Hoe was Ken om voor te werken. Ver Paelen:” Voor mij was dat heel gemakkelijk. Veel rijders hebben een basisidee van de afstelling die ze willen. Meestal is dat niet zo ingewikkeld. Ken was jong, en moest nog alles leren. Maar dat deed hij wel heel snel. Van vering wist hij niks, maar hij wist wel het gashendel staan, en dat was aanvankelijk het belangrijkste. Na een korte tijd wist hij steeds meer om aan te geven hoe hij de motor wilde. Het kind groeide snel. Op alle vlakken. Ik herinner me dat in Brazilië de zaterdag training afgelast werd. Toch was er al veel volk en de organisatie wist niet hoe die op te vangen. Ken greep naar de micro en liet via de PA weten dat ze om de tijd te doden de rijders zouden gaan interviewen. Hij kan zichzelf goed verkopen en niets is hem te veel. Eigenlijk was hij ongelooflijk.” Dan stapte je over naar de MX1 om voor Desalle te werken. Een ander karakter? Ver Paelen: “Clément weet wat hij doet. Hij is zeer professioneel. Daarom werk ik graag met hem. Hij is ook zeer gemotiveerd. Hij heeft de naam niet zo aangenaam te zijn in de omgang. Maar hij vertelt wel wat hij denkt. Wanneer hij zich klaar maakt achter het starthekken, dan durft hij wegdraaien van de camera’s. Dat is eenvoudig omdat hij bezig is met zijn job. Van het ogenblik dat hij op een circuit arriveert tot hij de baan verlaat is hij met de wedstrijd bezig. Soms kan dat al eens verkeerd opgevat worden.”

Betekent dit dat je job soms een beetje ‘tricky’ kan zijn? Ver Paelen: “Neen, daar ben ik zeker van. Ik denk dat ik een goede invloed op hem heb. Ik heb geleerd dat je als mekanieker nooit een goede vriend kan zijn met je rijder. ’t Is ingewikkeld. Ik beweer niet dat Clément geen vriend is maar we blijven allebei professioneel. Wanneer je als mens te dicht bijeen rijder staat, dat je vergissingen kan maken. Een vriend zou bijvoorbeeld iets technisch vragen over de motor, zelfs al zou dit fout zijn. Dat zou verkeerd kunnen uit draaien. Laat ik het zo stellen: we doen beiden onze job zo goed mogelijk. Als ik aan Clément iets vraag, dan doet hij dat onmiddellijk. En omgekeerd ook. Maar daarbuiten gaan we niet veel met elkaar om. Net zoals met Roczen overigens. We hadden een goede relatie, maar ze bleef professioneel.”

Je bent wel erg tevreden over je job, de uitstraling en professionalisme? Ver Paelen: “Ik denk dat het voor mij moeilijk zou zijn om ander werk te doen. Als ik met deze job ophoud, dan stap ik ook uit de motorsport. Ik hou echt van mijn baan. Werken voor Sylvain is ook leuk. Hij is als baas en hij wil altijd het beste voor zijn mensen. Daarbij, ik leer nog elke dag bij, en zelfs voor mij is dat heel belangrijk.” De RM-Z450 evolueert stapsgewijs. Is het een makkelijke motor om aan te werken? Ver Paelen:”Zeker en vast. We hebben geen echte problemen ontmoet. Enkel vorig jaar in Maggiora hadden we een elektronisch probleem dat de motor liet afslaan. Dat was even frustrerend. Het team en het materiaal zijn van een zodanig hoog niveau. In het atelier krijgen we wat we nodig hebben…. Of we maken het zelf.” Dank U Marc!